Door tijdgebrek hebben we bij voorgaande bezoeken Route 66 Arizona nooit helemaal bezocht. Daar wilden we dit keer verandering in brengen. We hebben de hele dag om van Grand Canyon National Park Route 66 richting Kingman te volgen. Als je doorrijdt dan heb je hier maar 3 uur voor nodig.
Doorrijden is niet de bedoeling. We willen zo veel mogelijk zien onderweg. En dat doe je door regelmatig te stoppen. Het liefst hadden we de hele route gevolgd tot aan Oatman, maar dat is niet mogelijk met een camper. De weg hiernaar toe is vanaf Kingman te bochtig en te smal. We rijden dus vanaf Williams tot we niet verder kunnen.
We starten met frisse moed. Hopelijk is dit deel van Route 66 leuker dan het begin van Route 66 in het oosten van Arizona. Je kunt die, met uitzondering van een bezoek aan Winslow, ronduit als saai beschouwen. Eigenlijk begint het echt leuk te worden in Flagstaff en bij Williams. Alhoewel je in Flagstaff moet stoppen om de overblijfselen te zien van deze iconische route. Zodra je bij Williams aankomt is er geen ontkomen meer aan. Dit stadje straalt Route 66 uit, waar je kijkt of waar je loopt.
Een van de vele winkeltjes in Williams met als thema Route 66
De eerste stop na Williams is Ash Fork. Als je hier op Route 66 rijdt dan zul je de neiging hebben gewoon door te rijden. Het plaatsje ziet er armoedig uit en totaal niet interessant. Maar ga je op zoek naar het Visitor Center/Route 66 Museum, dat om de een of andere reden bijzonder verstopt ligt, dan wordt je aangenaam verrast.
Vooraf had ik over het museum gelezen en wat fotootjes gezien. Het klonk best interessant maar niet iets waar je normaal gezien naar op zoek gaat. Zeker niet als je niet veel tijd hebt. Gelukkig hebben wij zeeën van tijd dus na wat rondrijden, met het volgen van bordjes met aanwijzingen, komen we op een plek met een grote loods waar een bordje Visitor Center bij staat.
Het gebouw staat in een straat met daarvoor een nogal gehavend hek, omringd door huizen die, als ooit, jaren geleden een likje verf hebben gehad en waar gras langs de weg staat dat zo hoog is dat je zeker weet dat hier nooit een tuinman in de buurt komt.
Een beetje terughoudend parkeren we de camper aan de rand van de weg. We zorgen dat alles extra goed wordt afgesloten. Naar binnenrijden, het terrein op waar vanaf hier geen auto te bekennen is, laten we maar even achterwege. We lopen door het hek en het ziet er direct heel anders uit. Het is netjes onderhouden. Er is een ruim parkeerterrein waar één auto staat, er staat een picknicktafel onder een grote boom, een bord dat verwijst naar een expositie buiten waar je onder anderen een oude brandweerwagen kunt zien en een loods die er vanaf hier mooi verzorgd uit ziet.
Het Visitor Center/Route 66 museum
We besluiten de camper snel binnen op het terrein te parkeren. Dat voelt op de een of andere manier veiliger dan daarbuiten. Ik moet er bij zeggen dat dit echt een vooroordeel van mij is. Het kan best een veilige buurt zijn. Een plek waar men gewoonweg niet veel waarde hecht aan uiterlijk vertoon, iets wat je vaker ziet in deze regio.
Nieuwsgierig stappen we op de ingang af en komen in een ruimte waar een paar Amerikaanse toeristen ons voor zijn.
We worden welkom geheten door een vrolijke dame. Zij legt direct uit dat alles gerund wordt door de Historical Society en dat zij ons graag rondleidt. We zien een grote hal met oude auto's, oude paspoppen die bepaalde scenes uitbeelden en enorm veel, zo op het oog, prullaria.
Ik denk dat als we hier gewoon zelf hadden rond mogen kijken dat we hier zo weer weg waren. Leuk maar niet veel anders dan dat je op andere plekken in dit soort musea ziet. Maar zelf rondlopen is niet aan de orde, en dat is maar goed ook.
De vrouw begint te vertellen. Ze start met het gebouw waarin we ons bevinden en legt uit dat het een oud locomotief depot is. Ze wijst ons op allerlei leuke details die me zelf nooit waren opgevallen. Daarna neemt ze ons mee langs allerlei displays waaronder een zeer gedetailleerde maquette van een van de Harvey Houses die in Barstow is te vinden. Ze vertelt het verhaal achter het ontstaan van deze enorme gebouwen die in een ver verleden langs de treinroutes werden neergezet op plekken waar voorheen niets te vinden was. Ze bestonden uit restaurants, hotels, binnentuinen die voor zelfvoorzienigheid zorgden en nog meer. Super interessant en te veel om hier allemaal te vertellen. Maar om kort te gaan wordt Fred Harvey, de bouwer van deze complexen, gezien als een pionier op het gebied van toerisme. De door hem opgerichte Fred Harvey Company wordt zelfs gezien als de eerste restaurantketen in Amerika.
Zo lopen we langzaam door het pand en volgt het ene interessante verhaal het andere op. Na ruim een uur ontvangen we een houten muntje ter herinnering aan ons bezoek en gaan we vol verwondering naar buiten. Wie had dit verwacht, op deze plek? Ik zou zeggen, niet overslaan als je hier in de buurt bent. Het is gratis en ze verwachten alleen een kleine donatie. Dat is iets waar ik zeker gul in zou zijn, want het is een waar juweeltje op de route.